In het nieuwe nummer van HuisartsenService, dat onlangs verscheen, staat een interview met voormalig topsporter Epke Zonderland. In het gesprek vertelt hij over zijn nieuwe focus op werk als sportarts. Het interview werd, samen met een groot deel van de redactie van het magazine en de vormgeving, verzorgd door buro33. Lees het hele interview na de klik.
Epke Zonderland
‘Mijn passie ligt in het motiveren van mensen om te bewegen en hen te laten ervaren wat het met en voor je doet’
door Esther Schulting
Van turnen aan de wereldtop tot een carrière als sportarts, Epke Zonderland heeft altijd de lat voor zichzelf hoog gelegd en op overtuigende manier zijn ambities nagestreefd. HuisartsenService sprak hem over de ommezwaai die Zonderland maakte van topsport naar de zorg.
Als vierjarig jongetje rolt hij het turnen in, om 22 jaar later voor het eerst Olympisch Kampioen te worden, Epke Zonderland (1986) deed het. Als klein knulletje
gaat hij mee naar de gymzaal met zijn broers en zus die gymnastieken en wordt hij zelf ook enthousiast. Als dan ook nog blijkt dat hij aanleg heeft, is het hek van de dam. We spoelen door naar 2011 en 2012; nadat hij eerst Europees kampioen wordt, schiet Epke Zonderland op de Olympische Spelen in Londen definitief door naar de wereldtop met een legendarische (en foutloze) oefening aan de rekstok. Die oefening geeft hem de bijnaam ‘The Flying Dutchman’. Hij lijkt dan ook daadwerkelijk te vliegen.
Sportcommentator Hans van Zetten schreeuwt letterlijk de inmiddels iconische woorden ‘HIJ STAAT!! IK STA, HET IS ONGEKEND!!!’ uit als Zonderland na zijn afsprong kaarsrecht stilstaand de oefening beëindigt en Olympisch kampioen wordt. Kippenvel, voor een ieder die keek en luisterde. Zonderland blijft succesvol en wordt onder meer wereldkampioen in 2013, 2014 en 2018, wat hem een van de succesvolste turners aller tijden maakt. Gedurende al die tijd studeert hij ook geneeskunde aan de Rijksuniversiteit Groningen. Sinds zijn topsportcarrière eindigde, is de focus verschoven. Hoe is het met Epke Zonderland nu hij zijn turnpak aan de wilgen heeft gehangen en hij praktiserend sportarts is?
Het bewegingsapparaat
“Ik bedacht eigenlijk pas redelijk laat dat arts worden wel iets voor mij was. Op de middelbare school besloot ik dat dierenarts mij wel leuk leek. Dit bleek echter al snel niet haalbaar. Want de studie was in Utrecht en dat was niet te combineren met de sport in het noorden van het land. Toen bleef de studie geneeskunde over. Chirurg worden, dat leek me wel wat! Operaties en ingrepen leken me razend interessant. Ook het vakgebied traumachirurgie sprak me aan. Maar tijdens een lange orthopediestage kwam ik in aanraking met de meer vakinhoudelijke kant van het bewegingsapparaat en dat vond ik fantastisch. Ik werd heel enthousiast en merkte ook dat ik mijn ervaringen in de topsport heel goed in kon zetten en mee- nemen in mijn werk. Zodoende heb ik me meer die kant op ontwikkeld. Sinds januari vorig jaar ben ik in opleiding tot sportarts en op dit moment ben ik werkzaam op de afdeling cardiologie en longgeneeskunde in het Martini Ziekenhuis te Groningen.
‘Epke Zonderland-momentje’
“Het is wel grappig; altijd nog tijdens een consult is er meestal toch eerst nog even het ‘hee daar is Epke Zonderland-momentje’. Ik word bijna altijd herkend. Is het niet door de patiënt, dan door degene die mee is.
Dat ik zelf een ervaringsdeskundige ben, is denk ik wel een meerwaarde die ik kan bieden’
Dat ik zelf een ervaringsdeskundige ben, is denk ik wel een meerwaarde die ik kan bieden. Het is leuk om daarvan gebruik te maken en dit in te zetten nu in mijn werk als arts. Topsport heeft mij heel veel gebracht; ik ben op heel veel plekken in de wereld geweest, ik heb grenzen opgezocht. Om bij de top te kunnen komen, heb ik veel geleerd. Daar hoort ook het leren omgaan met tegen- slagen bijvoorbeeld bij. Ik kijk heel positief terug op mijn turncarrière, het enige nadeel vond ik dat het sociale aspect wel lastig is. Je hele leven draait om topsport en vooral het spontane aspect ontbreekt. Spontaan afspreken met vrienden bijvoorbeeld, dat kon niet, dat moest altijd ver van tevoren worden ingepland. Als je dan na bijvoorbeeld een Olympische Spelen thuis kwam, dan was je agenda ineens even helemaal leeg, daar kon ik dan echt heel erg van genieten!”
Arts worden
“In de topsport ben je natuurlijk uitermate gefocust, alles draait om de sport. Omdat ik daarnaast ook mijn studie geneeskunde deed, betekende dit dat ik hele lange, van ’s ochtends tot ’s avonds laat volgeplande, dagen had. Achteraf, nu ik erop terugkijk, zie ik dat het wel heel zwaar was. Dat was het ook daadwerkelijk, maar ik vond het ook echt heel erg leuk. Door zowel fysiek bezig te zijn als topsporter en tijdens mijn studie met de geest, hou je het vol. Al heb ik uiteindelijk wel 12 jaar over mijn studie gedaan. De meeste vertraging liep ik op met de co-schappen, die moet je toch echt overdag doen. De gedachte dat je als je turncarrière stopt iets leuks in het vooruitzicht hebt – namelijk arts worden – is natuurlijk gewoon gaaf. Dat was motiverend genoeg om er vol voor te gaan en het vol te houden.”
Motiveren
“Toen ik stopte met turnen en de topsport vaarwel zei, viel de overgang naar een ‘normaal’ leven me eigenlijk heel erg mee. Ik viel niet in dat ‘zwarte gat’ dat sommigen voorspelden. De meeste turners kunnen tot hun 30e meedoen op het hoogste niveau en ik heb het tot mijn 35e kunnen doen. Dat is natuurlijk al een hele mooie prestatie. Maar ik was ook voorbereid op het stoppen. Je weet dat je de mooiste jaren gehad hebt en op het eind waren er op gezondheidsgebied ook echt wel tegenslagen zoals blessures en een lijf dat niet meewerkt. Je weet op een gegeven moment dat het mooi is geweest en dat is goed. Ik miste het ook niet, maar moest het uiteraard wel een plekje geven. Het is wennen aan een ‘nieuw’ leven. Eerst is alles ingericht, alles staat vast en ineens valt dat weg. Dan heb je een lege agenda en ga je opnieuw je leven indelen. Dat was gek en wennen, maar het was ook heel erg leuk om dat ‘nieuwe leven’ vorm te geven. Privé betekent dit bijvoorbeeld dat ik nu tijd heb om te voetballen met vrienden of te gaan hardlopen en windsurfen en natuurlijk meer tijd voor mijn gezin. Sport is en blijft ook echt een onderdeel van mijn leven. Daarin vind ik de ontspanning die ik nodig heb. Ook mag ik graag basgitaar spelen. Af en toe maken we met een vriendengroepje samen muziek, een beetje de rockkant op zal ik maar zeggen. Dat vind ik ook erg leuk om te doen, maar een album zit er voorlopig niet in hoor!
Mensen in beweging krijgen
“In mijn werk probeer ik mijn ervaringen uit het turnen in te zetten. Als je bijvoorbeeld kijkt naar de interactie tussen sporter en coach gaat het om begeleiden, motive- ren, tips geven. De coach duwt de sporter een bepaalde richting op omdat deze daarin gelooft. Dat is bij een arts- patiëntrelatie net zo. Met de kennis die je hebt probeer je de patiënt te motiveren richting een levensstijl waarin je zelf gelooft, bijvoorbeeld op het gebied van een gezonde lifestyle en beweging. Uiteindelijk beslist de patiënt zelf, net als de sporter. In de spreekkamer kan ik zo één op één motiveren en ondanks de beperkte spreektijd men- sen proberen te prikkelen en te enthousiasmeren.
Vooral dat motiveren ligt mij goed. Ik hoop ook – onder meer door mijn samenwerking met zorgverzekeraar De Friesland – meer grote(re) groepen mensen te kunnen bereiken, jongeren bijvoorbeeld, om meer te bewegen of nog meer te bewegen. We zetten ons samen in voor vitaliteit en gezondheid. Daar ligt mijn passie, het motiveren van mensen om te bewegen en hen te laten ervaren wat het met en voor je doet. Dat blijft geweldig om te doen en als je het dan daadwerkelijk voor elkaar krijgt, is het helemaal fantastisch. Als ik nu kijk bijvoorbeeld naar mijn leven als echtgenoot en vader van drie jonge kinderen (Zonderland is getrouwd met Linda Steen en samen hebben zij twee zoons en een dochter -red). In de topsport is gezond leven en bewegen een vereiste, maar mijn huidige leven is ook hard werken, het is laveren tussen werk en privé en ik ben nu net zo gemotiveerd om te bewegen, gezond te eten en bijvoorbeeld genoeg rust te pakken als vroeger. Omdat ik nu fit wil zijn voor mijn gezin.”
[Dit door Esther Schulting van buro33 verzorgde artikel artikel is oorspronkelijk verschenen in HuisartsenService editie 1, 2023]